Appingedam is wereldberoemd om zijn unieke hangende keukens. Maar het stadje is meer dan dat. Je kunt er urenlang ronddwalen en de geschiedenis opsnuiven. Of heerlijk winkelen en lunchen. Stadsleven journaliste Eveline Jonkers ontdekte Appingedam alvast voor u.

Na verscheidene aanvallen van de provinciehoofdstad te hebben afgeslagen moest Appingedam in 1536 het onderspit delven. De stad zou haar machtspositie nooit meer weten te heroveren. Tegenwoordig heeft Appingedam vooral een toeristische functie, maar de smalle straatjes in het centrum ademen nog altijd de sfeer van middeleeuwse grandeur.

Hangende keukens

Eén van de oudste straten van Appingedam is de Solwerderstraat. Je kunt duidelijk zien dat dit eens het kloppend hart van de stad was. De winkels en woningen, die vroeger pakhuizen waren, zijn direct aan het water gebouwd. Hierdoor konden schepen tot vlak achter de panden komen om te lossen en te laden. Terwijl ik vanaf een bruggetje de achtergevels van de gebouwen bewonder, zie ik dat één huis nog in het bezit is van een luikje voor de drekschuit (door de inwoners van Appingedam 'schijtschip' genoemd). Door dit luikje werd de zogenaamde privaatton geschoven, waar mensen vroeger hun uitwerpselen in bewaarden. Als ik me omdraai blijk ik een schitterend uitzicht te hebben op de beroemdste attractie van Appingedam: de hangende keukens. Deze zijn uit nood geboren, toen de pakhuizen werden omgebouwd tot woningen. Wegens ruimtegebrek werden de keukens aan de achterkant van de panden boven het water gehangen.

Gouden Pand

Ik steek de Kniestraat over en loop het Gouden Pand binnen. Waar nu onder anderen een juwelier en een banketbakker gehuisvest zijn, woonden in een ver verleden goud- en zilversmeden. Hoewel de naam doet vermoeden dat in het Gouden Pand enkel pracht en praal te vinden waren, ontstond juist in deze straat in de achttiende eeuw een bijzonder sociale traditie. De bewoners richtten gezamenlijk een buurtvereniging op en beloofden elkaar bij te staan in moeilijke tijden. De oude en blinde Jan Jansz Blaupot werd blijkbaar goed geholpen door zijn buren, want hij liet hen een legaat van driehonderd gulden na. Dit fortuin moest belegd worden en van de rente mochten de buurtbewoners ieder jaar genieten van een gezamenlijke aardbeienmaaltijd. Dit 'Blaupotfeest' is tot ver in de vorige eeuw gevierd.

Joods Appingedam

Op weg naar de voormalige synagoge in de Broerstraat, realiseer ik mij dat je vooral met opgeheven hoofd door Appingedam moet lopen. Anders mis je namelijk de vele lieflijke klok- en trapgevels en de indrukwekkende kroonlijsten. Eenmaal in de oude synagoge kan ik wederom niet anders dan omhoog kijken: het plafond is diepblauw geschilderd en ik zie een opkomende zon, de maan en sterren. Hoewel het gebouwtje tegenwoordig dienst doet als gereformeerde kerk vrijgemaakt, lijkt het me de geschiedenis van joods Appingedam te willen vertellen. De joodse gemeenschap van Appingedam behoort tot de oudste van Nederland. Van de ruim honderd joden, die voor de Tweede Wereldoorlog in het stadje woonden, hebben slechts zes de Duitse bezetting overleefd.

Cynisch genoeg heeft Appingedam het meest te lijden gehad van de oorlog na haar bevrijding. De Canadezen trokken op 23 april 1945 de straten van Appingedam binnen. Dit betekende dat de Duitsers nog maar één troef in handen hadden: het nabijgelegen Delfzijl. Dit bolwerk besloten ze met man en macht te verdedigen. Onophoudelijk werd Appingedam onder vuur genomen, totdat de situatie zo onhoudbaar was, dat de Canadezen opdracht gaven om alle inwoners te evacueren. Terwijl de vlag bij veel mensen dus al uithing, moesten ze alsnog hun spulletjes pakken en huis en haard achterlaten.

Als ik de synagoge uitloop, blijf ik nog even stilstaan bij het gedenkteken met de namen van de omgekomen joden. Dit keer kijk ik niet omhoog, maar naar beneden en ik zie de straatstenen, die gelegd zijn in de vorm van de davidster.

Lunchen in de kerk

Ik besluit nog verder terug te gaan in de geschiedenis en ik sla de Wierde in. De naam van de straat zegt het al; hier hebben de eerste bewoners van Appingedam een aarden heuvel, oftewel een wierde, opgeworpen om zich te beschermen tegen het wassende water. Het glooiende weggetje en de knusse houten huisjes geven je het gevoel dat je in een dorp rondwandelt. Op de wierde heeft ook een Augustijner klooster gestaan. Na het overlijden van de prior in 1561 werd dit klooster opgeheven. Wat restte was een begraafplaats, waarvan een plantsoentje is gemaakt. Enkele grafzerken en twee lijkenhuisjes herinneren nog aan het verleden. Via de Heidensgang stap ik de eenentwintigste eeuw weer binnen en ik hoor dat mijn maag knort. Ik loop terug naar de Solwerderstraat, waar ik eerder op de dag een bijzondere lunchroom heb gezien: in de rooms-katholieke kerk. Deze kerk en de bijbehorende pastorie zijn enkele jaren geleden verkocht aan de Stichting NOVO, die zich inzet voor mensen met een verstandelijke beperking. Zij runnen nu een koffie- en theeschenkerij in de kerk, terwijl de pastorie is omgebouwd tot bakkerij. Binnen neem ik plaats in een gezellig hoekje met twee tegenover elkaar staande kerkbankjes en een tafeltje. Ik word enthousiast welkom geheten en zit al snel te genieten van een beker warme chocolademelk met slagroom en een groot stuk appeltaart.

Winkelen in historische sfeer

Met een goed gevulde maag slenter ik door de belangrijkste winkelstraat van Appingedam: de Dijkstraat. Ik snuffel rond in een cadeauwinkel en passeer een Engels uitziend woningdecoratiezaakje. In de etalage van een hobbywinkel ontdek ik een handgemaakt paars beertje. Ik zie dat ik nog net genoeg contant geld op zak heb en kan de verleiding niet weerstaan. Als ik na mijn aankoop in een zijstraat sta te wachten voor een pinautomaat, valt mijn oog op een bijzondere gevel. Hij bevat twee spitsboogjes, gevuld met een visgraatpatroon. Het blijkt te gaan om de gevel van een 'edele heerd', een stenen huis waaraan in de middeleeuwen bestuursrechten waren verbonden. De gevel dateert waarschijnlijk uit de eerste helft van de vijftiende eeuw en is de oudste van Appingedam.

Nadat ik mijn beurs heb bijgevuld, bots ik op de hoek van de Dijkstraat bijna op een dik bronzen mannetje. Het gaat om een beeld van de stadsomroeper, die vroeger regelmatig door de straten liep om nieuwtjes aan te kondigen. Tegenwoordig is de stadsomroeper nog wel actief, maar dan vooral tijdens de 'Coopluydenmarkt', een jaarlijks feest waarvoor veel inwoners van Appingedam zich in middeleeuwse kledij steken.

De Nicolaïkerk aan de kaak gesteld

Met een beetje een beklemmend gevoel ga ik de Kaakgang in. Door dit nauwe straatje liepen vroeger de misdadigers die aan de kaak, oftewel de schandpaal, gesteld gingen worden. De kaak staat naast het letterlijke hoogtepunt van Appingedam: de 44 meter hoge Nicolaïkerk. Deze driehallenkerk uit circa 1225 is gebouwd in romano-gotische stijl. Dit is met name te zien aan de ramen, waarvan sommigen gotische rondboogvensters zijn en anderen romaanse kruisboogvensters. Ik ga de kerk binnen en het eerste dat mij opvalt, is de enorme ruimte. Verder is aan enkele muurschilderingen te zien, dat de kerk oorspronkelijk gewijd was aan Maria. In 1594, toen er een eind kwam aan de Spaanse overheersing van Groningen, is de Nicolaïkerk protestants geworden. De preekstoel is oogstrelend: de uit hout gesneden kansel rust op de hals van een pelikaan, die haar jongen redt met haar eigen bloed. Deze beeltenis, die symbool staat voor de zelfopofferende liefde van Christus, is tevens het stadswapen van Appingedam. Ook het orgel is een waar kunststukje; het is gebouwd door de beroemde Albertus Anthoni Hinsz. Overigens herbergt de Nicolaïkerk nog een ander muzikaal hoogstandje: een welluidend carrillon van de Engelse klokkengieter John Taylor met maar liefst 51 (!) klokken.

Spiekende Vrouwe Justitia

Voor de Nicolaïkerk staat het oude raadhuis; één van de kleinste raadhuizen van Nederland. Op de begane grond van dit pandje uit 1630 bevond zich vroeger de waag. De deuren van het raadhuisje staan open en terwijl ik een glimp van het interieur probeer op te vangen, komt er een bruidspaar naar buiten. Via de open doorgang van het raadhuis loopt het kersverse echtpaar naar het theekoepeltje aan de overkant van de straat; de ideale plek voor het maken van trouwfoto's. Voordat ik verder loop kijk ik, inmiddels gewoontegetrouw, nog even naar boven. In een nis zie ik een bijna levensgroot beeld van Vrouwe Justitia. Zij wil blijkbaar ook graag een blik werpen op het betoverende bruidspaar, want ze draagt geen blinddoek.

Vonnis in De Oude Rechtbank

Ik besluit mijn vonnis over Appingedam te vellen op een toepasselijke plaats: in De Oude Rechtbank. Dit grand café ligt achter de Nicolaïkerk aan de jachthaven. Ik zoek een tafel op het terras en heb uitzicht op een fraai parkje, waarin een muziekkoepel met koperen dak staat. De Oude Rechtbank is een monumentaal pand uit 1844. Zoals de naam al verraadt, deed het gebouw vroeger dienst als arrondissementsrechtbank. Nu kun je er genieten van een high tea of een diner. Ik bestel een verrassingsmenu en bedenk dat heel Appingedam voor mij eigenlijk een aangename verrassing was. Het is zeer terecht dat dit stadje in 1972 het predikaat 'beschermd stadsgezicht' heeft gekregen. De restauratie van de historische binnenstad, die hierdoor mogelijk werd, is op zijn zachtst gezegd geslaagd. Appingedam mag dan in 1536 de strijd van Groningen hebben verloren; tegenwoordig weet ze een ijzersterk pleidooi voor zichzelf te houden.

Naar het artikel 'Op safari in Tanzania en Kenia'

© Eveline Jonkers